Natuur
De wind strijkt langs haar wangen,
streelt de zijden haartjes in haar nek
blijft even om haar schouders hangen,
zoent er zacht de moedervlek..
Als ze om verkoeling zucht,
barstjes op haar lippen droog,
haar blik opricht naar de lucht,
weerschijnt de bui haar glanzend oog.
Met één hand ontknoopt ze haar ceintuur;
stof valt soepel aan haar voeten
de wind en regen op dit uur
zullen de hitte bedwingen moeten.
Al haar zintuigen voelen puur
als ze een wordt met de natuur.