De trein die door de schemer naar het werk snelt. Soms een droomvlucht als op de Efteling.
Meisje in de trein
Is zij van deze wereld,
kijkt me een seconde aan,
en weg zweven we
in nooit geleefd bestaan.
Is zij een engel,
die net als ik haar ogen sluit,
samen dromen we de
ongebaande paden uit.
Is zij al opgestaan,
het hof van Ede ingegaan
blijf toch, laat me een minuut
langer in je macht,
heldin van mijn
hoogsteigen sprookje
van 1001 nacht.