Een recensie van The Fairy Queen door de Nationale Reisopera met mijn collega's van Consensus Vocalis. Foto: Leo van Velzen/Nat. Reisopera 2014
Je komt oren en ogen tekort. Het is fantastisch toneel met topacteurs , er is cabaret, acrobatiek, klassieke muziek door een werelds orkest en dito koor, er zijn dj’s en popmuziek. En allemaal doen ze aan de handeling mee, ook als ze even geen ‘rol’ hebben. Eenieder overschrijdt de grens van de eigen discipline: de zanger wordt acteur, de dirigent medespeler, de acteur acrobaat. De wereld op zijn kop, letterlijk. Er wordt geslapen, bewogen, geklommen en gesleept met rekwisieten. Matrassen, oneindig veel matrassen. En vreemde attributen. Een zon van emmertjes en de maan, een groen zwembadje, skippyballen, veel plastic inpakmateriaal.
Het past wonderwel, deze sprookjeswereld van Purcell en Shakespeare. De muziek en de rijm brengen samenhang in dit grote organische systeem dat anders onder zijn eigen rijkdom zou degenereren. Vandaar dat het me te binnen schiet: dIt is je reinste entropie, de energetische vervulling vlak voor de overvoering. Zo mooi dat Puck zich aan het slot rechtstreeks tot het publiek wendt, zich verontschuldigt voor als het teveel was. “Dan doen we het de volgende keer beter” . Oorverdovend applaus, veel bravo’s. Je waant je Koningin Mary die volgens overlevering bij de oeropvoering verrukt was. En toch is dit een mise-en-scene enorm anno 2014.
Een tijdje terug hebben we Fellini van het NNT gezien. Daarin ook dat samengaan van muziek, dans, toneel en acrobatiek als in een grote orgastische droom. Maar het gebrek aan samenhang ging op den duur irriteren. Overvoerde zintuigen die niet meer wisten waarom ze bespeeld werden. De Fairy Queen lijdt daaraan geen moment, of het moet halverwege de eerste helft zijn, als de cast op het toneel langzaam letterlijk in slaap valt. Dan is er even geen suspense en zie je het publiek ook wat indutten. Maar de finale voor de pauze en de reprise erna maken alles ruimschoots goed. Nee, de Fairy Queen gaat over de liefde en de trouw. Dat lijkt niet heel ingewikkeld, maar is wel heel waar. Opera buffa in seria-setting, avant-la-lettre.
En Consensus Vocalis: wat is dat een topkoor! In deze 12-bezetting tonen ze een spierkracht die doet denken Gardiners Monteverdi Choir. Vooral de buitenstemmen. Je hoort het meteen bij de plukjes die bij aanvang her en der in de zaal staan. Individueel en collectief is het een warm bad. Er is balans (hoewel we het balkon even minder goed hoorden en er verderop soms iets meer tenorale boventoon te verlangen viel, maar dat is vast een vorm van tenorale overgevoeligheid). Maar wat een wonderlijke kleding hebben ze aan met die zalmkleurige mantelpakjes en ruitjestruien. Het is een zweem van de jaren vijftig die doet denken aan de Avonden van Reve of de tv-serie “Toen was geluk nog heel gewoon”.
En dan de solisten! Zo geweldig hoe ze staan te swingen op Purcell. Zonder verlies aan zeggenskracht in stem. De counters, de sopranen, de tenor, de bariton. Het is gewoon pure disco en het mag, nee het moet, in deze voorstelling. Moest ook even aan Poetin denken. Al dat verwijfde gedoe, hun heerlijke travestieën, de ezel die het met de koningin doet. Er zaten een paar kinderen in de zaal. Ze keken drie en half uur geboeid en lagen vaak dubbel van het lachen. Dus: op naar Moskou met dit materiaal! Dat is nog eens een cultuur-battle, die vast meer impact heeft dan YMCA gespeeld door Kleintje Pils. Deze voorstelling heeft er zondermeer de internationale allure voor.
En dan de acteurs! De twee verliefde koppeltjes die zo waren weggelopen uit Maaskantje, inclusief de leggings, gebaren en maniertjes. Geweldig hoe ze na de pauze met zijn vieren op een rij zaten en discussieerden. Shakespeare overgezet naar het hier en nu door schitterend spel. Je vergeet de rijm in de allegorische vertelling. Hier wordt het Nederlands van Maria Goos over de vloer gebracht.
En dan de dirigent Manoj Kamps met zijn Taj Mahal t-shirt. De ‘ kleine indier’ stond in de aftiteling, of zoiets. Heerlijke knipogen, zelfspot. Maar wat een prachtige slag heeft ie, wat een rust en timing. Hij liet het orkest spelen. Je zag het plezier bij de musici, ook toen hun kale hoofden met een plumeau werden afgestoft. Het hoorde er gewoon bij.
Ik ga mond-op-mond reclame maken, zodra ik van de beademing af ben. Deze voorstelling verdient tig keer een uitverkocht huis!