Een levensdag
Uit flarden mist op het noorden
speelden vingers met de zon,
snel verdampt zoals de woorden
waarmee de ochtend ooit begon,
kwam er geen einde aan de vlucht
van merels met een eeuwig lied,
zweefden door de blauwe lucht
tot de middag hen verliet
en vlinders zochten naar ‘t maal
het nectar der verwante ziel
hun vleugels al wat moe, toen vaal
de avondschemer binnenviel.
De natuur heeft sinds die nacht
op een nieuwe dag gewacht.