Kom
Kom bij me liggen in de nacht
waar de koelte en de stilte
ons tot deken is.
Kom bij me zweven in de klank
waar oneindige ruimte
grond onder onze voeten is.
Kom naast me rennen in de regen
waar de druppels prikken
als zon op koninklijke huid.
Kom tot me nu de tijd,
niet meer voor, zelfs niet opzij,
maar zo vaak ons tegen is.
Kom tot me waar de brug
van dit kleine graafschap
onze werelden verbindt.