Lombardia
Ik heb haar steeds gezien,
in het goudbrokaat van de modelaan
in de zwarte meisjes van Nadine,
de steile pinakels boven Milaan.
Ik heb haar steeds gehoord,
in het schrapen van de lucht van Bergamo,
haar klokken met een droef akkoord
de donder boven het Lago d‘Iseo.
Ik heb haar steeds gevoeld,
in het groene koper van de dolfijn,
bruinsteen dat niet werd afgekoeld
van het briesje uit het stadsravijn.
Toch, er is geen hand van Lombardía
in waar ik in gedachten ga.