in de stilte en het wit,
in het verdwijnen zijn,
in over-lijden leven?
Om stiekem tussen regels,
genest in de textuur
te lachen als
de Mona Lisa
kijkend naar het gekrioel,
van ons stervelingen,
steeds op weg naar de AH
de tassen vol met twijfel
over wie jij was
wat je ons deed;
wie gaf je de moed,
na je vader
en je kinderen,
DWDD,
die je voedde
verwonderd, erudiet,
vol van passie
waren wij je
broeders hoeder
niet, zwager
man van allemaal?