Vagabonds
Wij zijn de nieuwe vagabonds,
zwervers in de bits en bytes,
kappend door het dichte woud
van feit, anti-feit en mening:
‘t nieuw Hegeliaanse amalgaam
dat heet en sissend opduikt
uit het rotte waterbekken
van vriend suikerberg en co.
Strakgespannen struinen we
het weekend in, vegen
‘s zondags landerig het spoor
van pul en pillen onze tronies uit.
Ons werk en waar een hoererij,
van hier en nu en dan weer daar
in de lucht verspreide influentia,
handkunst of een vak voorbij.
Weg van bolhoed en corset
vrijen we ons de liefde uit,
beuken baas-loos tegen wat ons bindt
hergroeperen continu getrouwen,
slaan verlicht de spiegelglazen stuk,
en in alle weten en vermijden,
lopen aan de leeftijd liefst voorbij
als een ziekte van vervlogen tijden.
O Prince, vertel ons nog een keer
van schoon en waar en lijden.