Wachters
Wij waren wachters in de nacht
hazenslapers die vol ongeduld
het afgrijzen hebben afgewacht,
onze olielampen bijgevuld,
zodat wij konden waken
bij de komst dat zij is gegaan
in stilte schreeuwend van de daken
dat hier onrecht wordt gedaan.
Hoog op de torens rond de stad
vechten wij voor het vege leven.
De strijd heeft ons afgemat
de verwondering gebleven:
in wat ze anderen heeft gedaan
zijn muren allang neergegaan.