
kijken omhoog naar een blauwe hemel
en zien wat vrijheid is.
Het is hetzelfde blauw dat
Etty Hillesum zag,
ingesloten in haar Jodenwijk;
hetzelfde blauw,
waaronder de vrouwen huilden
na de razzia op Puttense mannen;
hetzelfde blauw
waaruit grijze vlokken
op Auschwitz nederdaalden
Het is hetzelfde blauw
van de mannenmoord
in de donkere bossen van Srebrenica;
hetzelfde blauw
van de annexatie van de Krim;
hetzelfde blauw
van verdeeldheid onder ons medelanders.
En zij, de hemel,
ze kijkt naar ons terug en
spiegelt in het hier en nu
ons heden met ‘t verleden.
Wie goed luistert,
merkt dat haar wind ons fluistert:
dat wij niet anders zijn,
dat vrijheid toen niet is veroverd,
voor altijd, vrij in overvloed.
De wind maant ons:
vrijheid, strijd ervoor,
vrijheid, geef het met liefde door,
opdat we niet verliezen.