Sommige critici vonden haar maar een kwezel, iemand die zich bovendien verzetsloos overgaf aan de vijand, de nazi's. Maar het was een dijk van een vrouw, oersterk, rotsvast. Iemand die de wereld naar binnen zoog. Ze wilde alles begrijpen en er 'ooit' groots over schrijven. Ze oefende zichzelf in geduld. Door de vernietigingskampen is haar nooit vergund de groots schrijver te worden die ze was. Ze werd een grote morele steun voor haar medegevangenen. En ver na haar dood zijn de schriftjes waarin ze in een moeilijk te ontcijferen handschrift haar gedachten optekende, wereldliteratuur geworden.
Vandaar een sonnet.
Etty Hillesum
Moest haar tempo vaak bedwingen,
kon niet lopen in de maat
waarin een Largo zich laat zingen
en een monnik naar de bidstond gaat.
De wereld moest met alle landen, zeeën
in haar hart en hoofd opgaan;
van waaruit ze na barensweeën
als één geheel zou voortbestaan.
Maar nog voordat ze bestemming
in groots schrijven vond,
wetend dat ze naar het eind ging,
werd ze 'pleister op veler wond'.
En, pas in de dood raakte zij vervuld
van haar gebrek-in-leven: het geduld.