De eik
In de rimpels van de groene bast
huist stof voor vele jaren.
Wie hier zitten komt als gast
mag naar zijn wijsheid staren.
Hij heeft de laarzen aanschouwd
die bebloed hun sporen trokken;
en toen in vree dit horst werd gebouwd
zag hij de shorts en korte rokken.
Zijn bladerdek filtert het licht,
weert de felheid van de zon.
Regen houdt hij uit het zicht
voor wie maar bij hem schuilen komt.
Zonder oordeel, zonder onderscheid
is hij schutplaats van gestolde tijd.